Friedrich Nietzsche

Eind vorige week heb ik eindelijk Aldus sprak Zarathustra van Friedrich Nietzsche uitgelezen. In de eerste periode van dit jaar dat ik dit boek las, deze elegie, dit hevig verlangen,  verwoordt in de meest prachtige lyriek, kwam ik tot bladzijde 156, omdat ik het toen niet verder kon bolwerken. Ik las ongeveer 2 pagina’s per dag en dat voelde als tegen een berg oprollen van een grote ronde steen. De hoeveelheid indrukken en de diepte van het werk waren een te grote aanslag op mijn toenmalige denkraam.

Een week of twee geleden ben ik er weer in begonnen, op bladzijde 156, omdat ik toch nieuwsgierig bleef naar dit toch wel ongewoon, alleenstaand, filosofische polemiek door een man wiens grote talent helaas te grabbel is gegooid voor persoonlijke ambities van een wel zeer duister type. Nieuwsgierig, niet in de laatste plaats omdat Jung het boek af en toe noemt in zijn al even verheven geschriften. Dit keer vloog ik er doorheen, tien bladzijden per dag op zijn minst. Duidelijke taal dit keer, met ideeën die op een zelfde manier binnenkwamen als van mijn verlosser op aarde, Carl Gustaf Jung.

De oplettende lezer zal in deze bovenstaande alinea’s zeker de vele knipogen herkennen, maar waarom ik weer achter mijn toetsenbord ben gekropen is toch veeleer de drang een groot onrecht te willen corrigeren. Dat Nietzsche voor een fascist wordt uitgemaakt omdat de nazi’s zijn teksten misbruikt hebben in dienst van hun afgrijselijke, rücksichtslose – mag ik wel zeggen – drang om een heel volk te verheffen ten koste van een ander volk met behulp van een zeer goed geoliede propagandamachine, is in dit werk van de onderhavige filosoof echt helemaal niet terugvinden volgens mij.

Net als de zeer erudiete en in mijn ogen zeer intelligente Carl Jung, die ook het beste met de mens voorhad, helaas, ten prooi is gevallen aan een uiterste rechtse groepering in de Verenigde Staten en de briljante vertolker van Jung’s ideeën, de Canadese hoogleraar Jordan Peterson helaas een, misschien niet onverdiende, bedenkelijke reputatie lijkt te hebben opgelopen, zo is Friedrich Nietzsche ’s uiterst subtiele gedachtegoed in opspraak geraakt.

De lezer vindt misschien dat ik mij druk maak om dingen die allang niet meer spelen, maat ik vind het zeer relevant in dit tijdsgewricht te proberen bij te dragen aan het eerherstel van een groot filosoof, poëet en schrijver, die volgens mij, net als Jung verplichte kost zou moeten zijn. Ik ben mij bewust van het feit dat ik alleen deze oproep tot een ommekeer van Nietzsche heb gelezen en mijn betoog misschien heel makkelijk aan flarden is te schieten, maar ik waag het erop.

Comments are closed.