De seizoenen

Het is winter en koud. Regen valt in overvloed en de zon laat zich spaarzaam zien vanachter het grijs donker wolkendek. Het is tijd om te gaan van hier. Waarheen mijn bewustzijn mij voert, weg uit deze donkerte, deze koude grot. Ik daal met tegenzin langzaam af langs het pad dat ik moet gaan. De wind blaast om mij heen en ik doe een beroep op mijn evenwicht. Mist omhult mij nu, terwijl ik verder afdaal. Het is af en toe moeilijk iets te ontwaren en op de tast af daal ik verder af langs het breder wordende pad.

Beneden in het dal is het groen, de bloemen bloeien in vele schitterende kleuren, fris en jong. De bomen schieten loot en de zon kruipt weer zichtbaar langs het hemelgewelf. Vogels vliegen af en aan met takjes, stukjes draad en wat zij kunnen vinden, om hun nesten mee te bouwen. Binnen korte tijd is er weer nieuw leven. De bronnen klateren in het water. Rivieren stromen kolkend met water uit de bergen door hun beddingen. Hier wil ik wel eeuwig zijn, ontspannen en oplettend sla ik gade wat er om mij heen gebeurt en geniet intens. Ik open mijzelf en ontvang.

De zon staat alweer hoog aan de hemel en brandt haar stralen in de aarde en haar bewoners. Alles wat beweegt, beweegt langzamer, alles wat leeft buigt zich over wat leeft. Alles komt weer tot uitbundige bloei en er klinkt weer gelach over de velden. Loom lig ik in het gras onder een boom. De schaduw is zo af en toe een welkome verpozing. Voor avonturen en inspanningen is het veel te warm. Onder de boom overpeins ik wat geweest is en wat komen gaat. De wisselende stadia van de natuur.

Langzaam aan wordt het frisser, er steekt weer een stevige windvlaag op en grote dikke druppels vallen naar beneden. De bomen verkleuren, naar rood, naar bruin en naar geel, om tenslotte hun tooi te verliezen. Sommige, niet alle, vogels vliegen zuidwaarts tot de seizoenen gewisseld zijn en het weer lente wordt. Dit is de periode dat ik hier binnen kwam, dit is mijn tijdruimte, de fase in de kalender waarin ik op mij zelf wordt teruggeworpen en inkeer tot de diepten van mijn lichaam en ziel. Afscheid is komend, het is tijd terug te gaan, de berg op, naar mijn hol.

2 Comments, RSS

  1. Jos Bohncke

    Mooi beeld, waarin je meeglijdt in en door het verhaal. Voor een beelddenker als ik., verschijnt het verhaal als een prentenboek. Het leest als de bovenste ‘oppervlakkige’ laag waar nog vele lagen onder zouden kunnen . . .