Windmolens

Gedachten vloeien rijkelijk. Er is een onophoudelijke stroom aan ideeën en geestelijke indrukken te ervaren wanneer je je ervan bewust bent, maar ook wanneer je slaapt en in de REM slaap terecht komt. Het lijkt vechten tegen de bierkaai. Misschien leuk om even te vermelden waar deze Nederlandse uitdrukking is ontstaan. De uitdrukking is ontstaan in Amsterdam. De bierkaai is een volkse benaming voor de Bierkade. Dat was een deel van de Oudezijds Voorburgwal, waar enkele eeuwen geleden vaten met bier geleverd en bewaard werden. De mannen die het werk deden waren sterke kerels en ze stonden bekend als vechtersbazen. Wie het tegen hen wilde opnemen, kon er bij voorbaat zeker van zijn deze strijd te verliezen. Daardoor kreeg vechten tegen de bierkaai de betekenis van iets onmogelijks doen, nutteloos werk doen.

Zelf gebruik ik graag het beeld van vechten tegen de windmolens, zoals beschreven in de roman over Don Quichot door Miguel Cervantes, waarin het hoofdpersonage samen met zijn trouwe buurman en dienaar Sancho Panza de strijd aangaat. In, De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha zoals de volledige titel van het boek luidt, is Alonso Quijano zijn verstand kwijtgeraakt door het lezen van teveel ridderromans. Alonso is van lage adel en denkt daarna dat hij een dolende ridder is en dat is wat hij doet, een dwaaltocht maken over de wegen van het platteland van Spanje, zo rond 1600. Gezeten op zijn raspaard Rocinant, een oud uitgemergeld boeren paard in feite en met een oud, roestig harnas en papieren steek op treedt hij op tegen alle mogelijke vormen van onrecht en onrechtvaardigheid. Door het doen van goed daden hoopt hij het hart te winnen van zijn grote liefde, de ongeëvenaard mooie Dulcinea. In deze queeste naar Dulcinea, in werkelijkheid een eenvoudige boerendochter die hij niet kent en die waarschijnlijk niet eens bestaat, wordt hij zoals gezegd bijgestaan door Sancho, die eigenlijk vooral van lekker eten houdt en zijn meester de ridder van de droevige figuur noemt. Sancho weet dat Alonso niet helemaal goed bij zijn hoofd is. Don Quichot op zijn beurt ziet herbergen aan voor kastelen, geestelijke voor schurken en windmolens, daar zijn ze, voor reuzen. Met zijn leger, een kudde schapen bevrijdt hij staatsgevaarlijke criminelen, of te wel mensen die om hun afwijkende mening gevangen zijn gezet. Sancho is wat nuchterder en ervaart dat anders. Het boek handelt dan ook over de spanning tussen de ideale, fictieve wereld en de werkelijkheid en dat met de nodige humor. Zoals daar is de hemelvaart van beide helden. Nadat Alonso aan het eind van het verhaal een stevige zes uur geslapen heeft ontwaakt hij uit deze droom en beziet hij zijn wereld met nieuwe realiteitszin.

Het mag duidelijk zij dat het boek een parodie is, het is een aanval op de ridderroman en een aanklacht tegen wat er volgens Cervantes mis was in de 16e eeuw in Spanje met de adel, de kerk, de massa en waarschijnlijk de maatschappij als geheel. Blijkbaar is deze kritiek van alle tijden en is het gevecht tegen misstanden, hoewel zeker noodzakelijk en bewonderenswaardig, een ogenschijnlijk vechten tegen de bierkaai, in ieder geval in de ogen van menigeen. Het is echter ook een boek over liefde en dan wel in al haar hoedanigheden, van aardse, wellustige liefde tot hoofse aanbidding en liefde tussen vrienden.  Mooier kan ik het in deze context niet maken, helaas. Windmolens hebben zeer zeker een functie te vervullen, maar of deze altijd goed begrepen wordt is de vraag. Er bestaat ook een mooie verfilming uit de jaren zestig van de vorige eeuw getiteld More met een soundtrack door Pink Floyd.