Spiritueel

Wat is het eigenlijk precies wat ik voelde en waarom, toen ik het album Ummagumma van Pink Floyd 55 jaar geleden voor het eerst hoorde? Wat was die onmiddellijke diepgaande fascinatie met die muziek? Hieronder ga ik proberen duidelijk te maken waardoor de onbewuste herkenning kon plaatsvinden, aan de hand van een hoofdstuk uit de verzamelde werken van Carl Gustav Jung dat ik vanochtend las. Eerst is het waarschijnlijk handig wanneer ik iets vertel over de psychologische benadering van een kunstwerk, in het werk van Jung betrof het literatuur. Ik ben zo vrij geweest zijn benadering te gebruiken voor deze muziek, daar ik meen dat ik het ook daarin herken.

CG Jung onderscheidt  hier twee methodes van creëren, de psychologische en de visionaire. Voor mijn verhaal, dat toch heel beknopt moet blijven, is alleen de visionaire genoeg, mede daar ik daarin vind wat ik zoek. Wat mij direct opvalt is dat het psychologische verklaren van, in dit geval de visionaire kunst op het album Ummagumma, het om een oer visioen van chaos en duisternis gaat dat onverenigbaar zou zijn met bepaalde morele categorieën. Deze drie categorieën zijn: normen, waarden en houdingen. Normen en waarden slaan op gedrag, terwijl houding betrekking heeft op de persoon die handelt.

Laat ik beginnen met het laatste. Het handelt hier waarschijnlijk om een ervaring die onverenigbaar lijkt te zijn met de persoonlijkheid of de fictie van het bewustzijn van de componist(en). Het conflict leidt tot het onzichtbaar willen maken, het verdringen richting het onbewuste van de ervaring in kwestie. Verder ga ik hier niet omdat het herleiden van de visionaire belevenis tot de persoonlijke ervaringen  van de makers, de belevenis deze tot iets figuurlijks, een surrogaat maakt, het oer karakter verliest en het oer visioen een symptoom wordt, een psychische neurose van de maker, zeg maar, én de chaos tot een geestelijke ordening wordt herleidt. Deze verklaring keert zo terug binnen de grenzen van de geordende kosmos. Dat is uiteindelijk niet wat ik ervaarde toen ik zat te luisteren en er een heel nieuwe wereld voor mij openging. De enige ordening die ik kon onderscheiden waren de muzieknoten gespeeld op de muziekinstrumenten.

De bron van de hier gedeelde ervaring moet ernstig genomen worden al lijkt het dat het verstand zich genoodzaakt zal voelen in te grijpen in deze obscure metafysica om te voorkomen dat de wereld terugzakt in duister bijgeloof. Misschien omdat ik zo jong was en volledig openstond door mijn fascinatie, is bij mij nu juist dat laatste gebeurt. Een luisteraar die zich met de sfeer en de boodschap die verpakt zit in deze songs niet onbewust identificeert en deze dus niet begrijpt doet deze muziek waarschijnlijk af als rijke fantasie, artiestengrillen of ontspoorde dichterlijk vrijheid. Misschien zat er een meer alledaagse liefdeservaring onder bij de leden van de band of bij één van hen. De hartstocht die er achter zit is in ieder geval goed voelbaar en laat wat minder diepe geesten verloren achter. De ervaring van de maker(s) is geworden tot een echt symbool, een uitdrukking voor een onbekende werkelijkheid. Het is een feit geworden, een psychische realiteit met een even sterke waarde als een fysische realiteit, voor mij in ieder geval.

De gevoelens, de hartstocht, van zowel de leden van Pink Floyd, als die van mij liggen binnen het bewustzijn, het object van het visioen erbuiten, wat het mystiek of magisch doet aandoen. De band tussen de muziek en de band enerzijds en mij anderzijds is voor goed gesmeed, al zullen de leden van Pink Floyd daar niks van gemerkt hebben. Het gevoel dat wordt opgeroepen bij mij is dat van dingen die van nature geheim zijn. Ze zijn geheimzinnig en griezelig gemaakt, een illusie omdat ze verborgen zijn gemaakt door de ratio, het verstand. Men verbergt zich voor zulke zaken uit godvrezendheid.

De kosmos staat voor het bewustzijn, de zon en het geloof van de dag hier, terwijl de chaos staat voor de nachtelijke angst, de maan en het onbewuste. Deze spanning schept de vraag of er iets levends is aan gene zijde. Mijn ziel werd als door een poort uit het menselijke getrokken, in het boven menselijke, dat ook wel het goddelijke wordt genoemd. Dit is op negen jarige leeftijd natuurlijk een heel sterke en ingrijpende ervaring, waarvan de diepgaande gevolgen op dat moment totaal niet te overzien waren. Was het een truc van het onbewuste om op deze dreigende en onheilspellende manier mij een voorteken te geven dat er wat gaat gebeuren?

De wetten, moreel en praktisch, die de mens verzonnen heeft om ons te beschermen tegen de waanzin uit vrees voor de metafysica, het eeuwige vuur Gods, dat hier misschien te dicht benaderd wordt, vallen hier weg en houden geen stand in dit nog jonge brein van mij. De schoonheid van deze duisternis was  voor mij zo ontzagwekkend en alles omvattend, dat het was als een openbaring van een nieuwe onbekende religie. Dit is wat mijn fascinatie omhoog deed stromen uit de diepste bron van mijn zijn, mijn onbewuste en zijn archetypen. De fascinatie ligt besloten in de ervaring én in de bron en is daar nog steeds, nu bijna 55 jaar later.

Steeds wanneer het collectief onbewuste tot de ervaring doordringt en zich paart aan het tijdsbewustzijn, heeft een creatieve daad plaats gehad, die de hele periode aangaat, het is een boodschap aan tijdgenoten.

Read more

Het is kerst 1969 en ik logeer voor het eerst bij mijn vader en zijn vriendin. Zaterdagochtend, tien uur en ik heb hun platenverzameling ontdekt in de kast links van de schuifdeuren met glas. Ik ben reeds een muziekliefhebber vind ik zelf, al ben ik net negen jaar oud en mijn nieuwsgierig is gewekt. Er staat ook een geluidsinstallatie op de plank eronder. Een versterker in een rood metalen kast met een blank aluminium voorkant met veel knoppen en een Dual platenspeler. De versterker die de neef van de vriendin van mijn vader voor haar heeft gebouwd, zoals ik later zal horen. Ik popel om dat te horen spelen, ik ben alleen de oude radio met wit plastic pick-up in een grote houten dichte console gewend, die mijn oom voor mijn moeder heeft gemaakt. Ik blader een voor een door de vele lp’s.

Allemaal klassieke muziek constateer ik teleurgesteld. Ik heb ongeveer vier jaar geleden het ontstaan van popmuziek ontdekt en ben alleen nog maar daar in geïnteresseerd. Tot nu kom ik niet verder dan de piratenzenders op de middengolf en een paar singeltjes, die mijn oma in de aanbieding voor mij kocht en “A Hard Day’s Night” van The Beatles, dat ik via haar van een mij onbekende achternicht heb gekregen.

Plotseling stuit ik op een hoes met een hypnotiserende foto met Droste-effect, waarop vier mannen met wel heel lang haar, en ik denk aha, dit is interessant! De band is Pink Floyd en het album Ummagumma. Ik vraag of ik het op mag zetten. Dat mag en hij wordt op gezet voor me.

Ik ga in de oude fauteuil, met een groen met blauw en paars gestreepte hoes erover zitten, tegenover de wit met zwarte luidsprekers die boven op de beide kasten staan. Het is dat ik als klein jongetje diep weggestopt in de grote fauteuil zit, anders was ik er zeker uit gevallen! Ik word weggevoerd in een panorama van omineuze muziekklanken. Donker trillende bassen, begeleidt door zware duistere drumslagen en heel lichte snelle tikken op high heads. Een elektrische gitaar jankt er dwars doorheen en iemand zingt, schreeuwt een onbegrijpelijke tekst. Het geheel is spannend en behoorlijk beangstigend, maar mooi, mooi! Het raakt diep tot in mijn hart en ziel.

Dit is een heel andere wereld. Dit is mijn toekomt, zo wil ik leven, gaat er door mij heen. Dan komt de vriendin van mijn vader de kamer binnen met een loeiende stofzuiger. Ik protesteer, maar het mag niet baten, maar ik weet wat mij te doen staat. De muziek waar ik tot nu toe naar luisterde is niet langer genoeg, ik heb mijn passie gevonden. Ik schrijf dit vlak na Pasen 2024. Ik heb die lp van mijn vader, die zelf reeds lang is overleden, nog steeds en er gaat nauwelijks een week voorbij dat ik niet ten minste een kant van deze dubbel lp draai en in vervoering raak. Terwijl ik inmiddels vele honderden lp’s en cd’s bezit. Ik weet dat er nogal wat momenten in mijn leven zijn geweest, die een ware revolutie, een openbaring bleken, maar dit was denk ik de eerste en wat mij betreft één van de meest geliefde en met de meest vergaande gevolgen en de diepste uitwerking. Het heeft mijn leven op zijn kop gezet.

Read more

Als man – de liefde van vrouwen is voor zover deze afwijkt van zo’n ander kaliber, dat ik deze hier graag buiten beschouwing laat – heb je nog steeds meerdere keuzes in de westerse wereld, om de liefde die je hebt te richten op verschillende doelen. Daarbij leert de ervaring dat het liefhebben van meerdere voorwerpen of onderwerpen al gauw tot onoverbrugbare spanningen leidt. Enerzijds omdat passies vaak een enorme hoeveelheid tijd, energie en concentratie vragen. Anderzijds omdat het object of voorwerp van de liefde meestal geen genoegen neemt met een gedeelde , laat staan tweede plaats.

Wat zijn dan die keuzes? Laten we volledigheidshalve beginnen met de meest superficiële zoals geld, carrière en bezittingen om het bezitten. Een man kan echter ook gegrepen worden door een interesse wat dan soms uitmondt in passie voor kunst, wetenschap, muziek of sport. Dit leidt vaak al als vanzelf tot een wat monomane instelling. Echter, een man kan ook totaal in beslag worden genomen door de liefde voor een vrouw of tot God. Hierin blijken zich  ook weer verschillende mogelijkheden voor te doen. Ik zou hier niet direct willen spreken van keuzes, al wordt het dat uiteindelijk wel wanneer de onderhavige liefde zich nestelt in het hart of brein van de man in kwestie.

Een man zijn liefde voor een vrouw of man kan seksueel ingegeven zijn, of een andere uiterlijke reden bezitten. Hij kan dan zelfs besluiten zich voorgoed of zo lang mogelijk aan die ene vrouw te binden in een huwelijk. Deze liefde is er een die we werelds zouden kunnen noemen. Op internet zag ik een definitie van hoofse liefde die dit als kenmerk omschreef. De hoofse liefde is mijn inziens een heel andere en wel een liefde die hier vooral bekend is uit de middeleeuwen en toen ook zijn hoogtijdagen leek te beleven.

De hoofse liefde van een man is mijns inziens de liefde tot een vrouw – ik ben nog nooit hoofse liefde van man tot man tegengekomen, of het moet de Griekse eros zijn –  ontdaan van de meer aardse belevingen. Het was de liefde van een ridder voor een, vaak getrouwde jonkvrouw. Het object van de  liefde is bij voorkeur om een of meerdere reden enigszins of totaal onbereikbaar. Het, noodzakelijkerwijze soms, afzien  van de seksuele component van de liefde, of in ieder geval de coïtus brengt een verhoogde, gekanaliseerde en gesublimeerde libido met zich mee die uiteindelijk alle niveaus waarop deze liefde zich afspeelt penetreert en of assimileert. Deze liefde kent natuurlijk vele conventies , maar wat toch wel het meest opvalt is de hoegenaamd onbaatzuchtigheid ervan, al vermoed ik dat ook daar grenzen aan zitten. Deze liefde komt vooral tot ons, gewone stervelingen, in een schier onuitputtelijke hoeveelheid poëzie, door vele eeuwen heen. Bekende dichters zijn natuurlijk William Shakespeare en sir Philip Sydney, maar eer zijn er teveel om op te noemen. Bekend zijn natuurlijk de verhalen over  Tristan en Isolde, Romeo en Julia en Lancelot en Guinevere. Dichten is natuurlijk dé kunstzinnige uiting van passie door liefde. Zie ook bijvoorbeeld het Hooglied van Salomo en de Psalmen van Koning David.

De liefde tot God en Zijn liefde lijken zich meestal op een heel ander niveau af te spelen. Het is een liefde die net als alle andere vormen wereldwijd verbreid is, al zal menigeen daar anders over denken, omdat zijn of haar God de enige is en niet gedeeld kan worden met een volk of religie met een andere naam. Anderzijds is de gedachte dat God niet bestaat alom tegenwoordig. De liefde tot God is enerzijds de profane, die van de gemeente of kudde en anderzijds de sacrale van priesters en de vele andere hoedanigheden van ingewijden. Bekend voorbeeld van alles opofferende liefde tot God is natuurlijk de Bijbelvertelling van Johannes de Doper en zijn devotie, wat ook liefde is, tot Jezus. Deze liefde gaat eveneens met grote offers gepaard, al is het offer hier waar het om draait en niet het gevolg van de liefde zoals bij bijvoorbeeld hoofse liefde. Het offer dat Jezus bracht is een voorbeeld tot waar ultieme liefde toe kan leiden. Om reden van beknoptheid wil ik het hier even bij laten., maar ik hoop hier op terug te komen.

Read more

Verlangen dan, is in mijn geval nog al eens óf de wortel van hebzucht óf de spruit ervan en leidt bedroevend vaak tot frustraties en uiteindelijk woede. Ik bedoel dit niet in het licht van de dualistische morele gespletenheid van het westerse denken, maar als ervaringsfeit. Ik ken zowel materialistische verlangens als geestelijke/spirituele verlangens. Het zijn verborgenheden die lokken.

Het is het ervaren dat er iets ontbreekt. Een gedachte, een object, een idee of voorwerp wordt ineens ontzettend belangrijk en mag en kan niet gemist worden. Ik moet en zal het hebben en het liefst direct. De wens moet vervuld worden of deze nu binnen het bereik ligt of niet, maakt niet uit. Het lijkt wel of er een bewustzijnsvernauwing plaats vindt, alsof ik blind word voor al het andere dat er wel is. Niets is meer belangrijker dan het object, de persoon of de idee waar het verlangen naar uit gaat. Zelfs het gevoel speelt een rol. Was ik eerst nog blij en of tevreden, met het nieuwe inzicht is dat alras verdwenen.

Er zijn verschillende verlangens. Zo zijn er seksuele, materiële, spirituele en  religieuze verlangens bijvoorbeeld. Komen zij allemaal uit dezelfde bron, hetzelfde (on)genoegen voort of is er verschil tussen bijvoorbeeld spirituele en materiële behoeften? Ik kan mij voorstellen dat spirituele verlangens van de ziel komen en seksuele verlangens meer lichamelijk gebonden zijn. Dat hevig verlangen naar die vrouw of man die je een keer bent tegengekomen meer een verlangen van het hart is. Waar komen materiële verlangens dan vandaan? Dat nieuwe jasje, die, misschien wel tweedehands schoenen die er zo ontzetten cool uit zien of juist heel lekker zouden kunnen zitten, waar komt dat schijnbare gemis dan vandaan? Een theorie die ik vandaag hoorde is dat het de zoektocht terug naar de moederschoot is, naar een gevoel van geborgenheid.

Volgens de Oostenrijkse psychiater Sigmund Freud, geboren voor 1900, zijn alle verlangens terug te voeren zijn op een levens drift of een doodsdrift. Carl Gustaf Jung, korte tijd zijn leerling, dacht dat er vier universele verlangens zijn, die gekoppeld aan de verschillende archetypes die de structuur uitmaken van het collectief onbewuste resulteren in verschillende types met hetzelfde verlangen, maar ieder met een eigen invulling.

Zo zijn er de zoekers naar het paradijs, naar het ultieme goede en perfecte leven. De wijze bijvoorbeeld denkt dat deze staat te bereiken is door op kennis te reflecteren en via logos een hoger zelf te vinden, of juist, zoals Alan watts betoogt, de weg van de Tao te gaan, jezelf te vinden en te worden. De rebel is een ander soort wereldverbeteraar, hij of zij gelooft in een vorm van strijd, revolutie, het omver gooien van heilige huisjes. Hij of zij schopt zichzelf als het ware vooruit achter zijn of haar verlangen aan. Dit in tegenstelling tot wat de gewone man wordt genoemd. Zijn motto is bekend: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. De groep is het hoogste goed, dat is waar hij of zij bij wil horen. De kunstenaar zoekt zijn heil in het scheppen om een idee van controle te krijgen.

Is dat het dan? Is verlangen dan niet meer dan een vorm van controle krijgen over iets dat er (nog) niet is? Is de vervulling van de wens en het tijdelijke gevoel van geluk dat erbij hoort dan (slechts) de idee van controle hebben? Alleen, denk ik dan, wat blijft er over nadat controle een feit is? Juist er komt een nieuw verlangen! Control is dan een verlangen! De zo hoog in het vaandel staande tevredenheid van vooral de iets oudere generaties, zo lijkt het tenminste, is ook iets tijdelijks. Blijkbaar is er een andere motor die er voor zorgt dat we blijven verlangen naar nieuwe, ander horizonten.

Read more

Gisteren had ik naar aanleiding van mijn blog een emailwisseling met een vriend over de ziel. Zijn betoog was dat de ziel eerder een deel van het licht is en iets ander is dan de psyche bij bijvoorbeeld Jung. Bij volgelingen van deze laatste gaat soms het idee rond dat de psyche en de ziel één en dezelfde zijn. Ik huldig dat standpunt ook, maar ga dat hier kort onderzoeken.

De psyche wordt in de antroposofie onderscheiden in ziel en geest. De geest is de kern van de persoonlijkheid die alles stuurt, de ziel is het potentieel van gevoelens, emoties en begeerten, behoeften die in ons van binnen werken. De ziel is in sommige filosofische en religieuze stromingen het onstoffelijke in de mens, onafhankelijk van het lichaam en onsterfelijk. Etymologisch gaat het woord ziel in verschillende talen terug tot lucht, bijvoorbeeld het Griekse ‘pneuma’, anima of animus in het Latijn of ‘âtman’ in het Sanskriet. In het Hebreeuws is dat het woord ‘nesjamah’.

Heden ten dage wordt de ziel, als het onsterfelijke, on(be)grijpbare en onstoffelijke ook wel eens gezien als het bewustzijn, of omgekeerd. Het is dan datgene wat ons functioneren in hoge mate bepaald en waarvan men ook niet echt weet waar het zich bevindt in ons lichaam. Het bewustzijn is dan in die zin ook hetgeen dat overgaat naar de volgende wereld, het hiernamaals of wat je ook denkt dat er na de dood is. Interessant te vermelden is dat in het boeddhisme het bestaan van een voortdurende ziel ontkent wordt. Alles is in essentie zonder zelf, meditatie is de weg is om los te komen van je kern, in dit geval het minder belangrijke zelf. In het hindoeïsme echter is de ziel, ‘atman’, vooral in de heilige boeken, de ‘Upanishads’ een deel van het absolute waaruit alles ontstaat, ‘Brahman’. Dit komt dicht bij de idee dat het ziel een trilling is die na overlijden van het lichaam teruggaat naar waar heen en dezelfde trilling is. Of de idee dat de ziel een vonk is van het eeuwige grote, Goddelijke, licht of gezien wordt als de essentie. Het wonder van het eeuwig schone.

Psyche, de geliefde van Eros in de Griekse mythologie, is zo mooi dat niemand met haar durft te trouwen.  Daarentegen is veel meer een concept, een technische term zoals bijvoorbeeld Freud die hanteerde naast ‘seele’. Freud onderscheidde het id, de instinctieve onbewuste drijfveren, het super-ego, het geweten, de internalisatie van normen en waarde van de omgeving en het ego dat bewust is en dient als intermediair tussen de twee. De psyche wordt in de psychologie, haar studie meer gezien als het totaal van het de bewust en onbewust. Jung hanteert het begrip Zelf met daarin het centrale archetype, de structuur van de persoonlijkheid, de totaliteit van het bewuste en onbewuste en is autonoom, buiten tijd en ruimte. Jung noemt het een ‘imago dei’.

Zelf ben ik nog steeds geneigd een grote overlap te zien tussen psyche en de meer spirituele ervaring van de ziel. Misschien is er een essentie in de mens, deels goddelijk, deels bepaald door een immateriële kern die ons onze meer persoonlijke gedaante geeft. Dit zou de idee dat God buiten en in ons is, dat wij God zien met hetzelfde oog als waarmee hij ons ziet aannemelijk maken. Ook wanneer je niet in goddelijkheid gelooft is het mogelijk de ziel als onderdeel van een groter geheel te zien, uiteindelijk staat niets geheel op zichzelf.

Read more

Morpheus woont in een donker grot, hoe kan het ook anders en schenkt geestverruimende dromen. Niet voor niets is er een medicijn naar hem vernoemt met die (bij)werking, namelijk morfine. Geestverruimende dromen, ook wel lucide dromen genoemd, zijn dromen waarin je je bewust wordt in je droom dat je droomt. Een synoniem van lucide is scherpzinnig en dat is precies de staat waar Frederik van Eeden naar verwees, de heldere staat waarin je je dan bevindt. Frederik van Eeden was een Nederlandse psychiater en schrijver rond de voorlaatste eeuwwisseling, die onder andere ‘De kleine Johannes’ heeft geschreven, een prachtig sprookje van 160 pagina’s waarin de elf Windekind Johannes rondleidt als in een droom. Het boek heeft, net als een droom, meerdere lagen. Naast het sprookje,  dat wordt gepresenteerd als een werkelijkheid voor Johannes, is er het verhaal over de levensfasen van de mens en de zoektocht naar geluk. Een boek Morpheus waardig lijkt mij en te vergelijken met een lucide droom.

Er zijn mensen die van zichzelf lucide dromers zijn, maar lucide dromen kun je ook leren. Je hebt er geen uitwendige hallucinogene stoffen voor nodig. Een bekend advies is het volgende:  je let overdag goed op of je wel of niet droomt, anders gezegd: vraag je af of de situatie waarin je verkeert klopt. Bewust leven dus eigenlijk. Verder kijk je vaak naar een klok. Hou een droomdagboek bij en denk voor het in slaap vallen ’s avonds na over waar je over wilt dromen. Toegegeven het vergt enige training, energie en doorzettingsvermogen.  Verder gaat het in de droom ook niet vanzelf. Wanneer je in een lucide droom bent moet je je voor de volle honderd procent ergens op concentreren. Wat is dan het voordeel van helder dromen?

Wanneer Morpheus je avond aan avond bezoekt en je helder droomt zul je een groter bewustzijn ervaren in de realiteit om je heen wanneer je wakker bent. Je wordt scherper, rustiger, opmerkzamer en meer aanwezig. Meer bewust dus. De kleine dingen gaan je veel meer opvallen en daar kun je dan weer van genieten, wat het leven alleen maar mooier maakt. Overigens is het vergrote bewustzijn tijdens de droom te meten door wetenschappers net als bij Mindfulness en meditatie. Er is een hevige activiteit in de prefrontale cortex, waar ook kleine veranderingen gaan plaatsvinden én de prefrontale cortex is ook de plek waar de sensatie geluk schijnt te zetelen.  Dromen zijn bedrog heeft ooit een Nederlander gezongen, ik waag dat te betwijfelen.

Read more

Thanatos, de zoon van Nyx en Erebos, tweelingbroer van Hypnos (slaap), is een figuur uit de Griekse, vooral Spartaanse mythen. Zijnde de personificatie van de dood is hij nooit erg populair geweest daar hij ook in de Oudheid slecht aangeschreven staat en gehaat wordt door de goden van het Griekse Pantheon, de berg Olympus. Hij moet in de god van de onderwereld, Hades, zijn meerdere en voor hem onovertrefbare concurrent erkennen. Zijn moeder Nyx, de oer-godin van de nacht daarentegen had zelfs het diepe respect van de oppergod van de Griekse mythologie, Zeus. Ook zij wordt echter niet echt vereerd in de vele tempels van het oude Griekenland. De vader van Thanatos was volgens sommigen, Erebos, net als Nyx geboren uit Chaos. In ieder geval kreeg Nyx in haar eentje een flink nageslacht, waaronder: de schuld, het naderend onheil, de dromen, de wraak (Nemesis), de misleiding, de vriendschap en de ouderdom. En dus Thanatos. Dat is niet niets.

Chaos is het Niets, dat waar de eerste goden uit voorkomen. Chaos is een bodemloze leegte waarin alles onuitputtelijk valt, in alle richtingen. Thanatos, de dood is dus zijn kleinkind. Wat kunnen we verder nog over de  dood, in het bijzonder Thanatos vertellen? Het woord euthanasie stamt er vanaf, net als bijvoorbeeld Thanatofobie, een angst voor de dood, vooral om te sterven en een angst voor onderwerpen die daaraan gerelateerd zijn. De dood wordt door zeer velen gezien als het totale einde, een niet te ervaren niets. Een fobie wil zoveel zeggen als de angst niet reëel is en het dagelijks leven van degene die er onder gebukt gaat zeer sterk beïnvloedt. Zo erg dat er paniek ontstaat wanneer iemand op een kerkhof is in verband met een begrafenis bijvoorbeeld. Het tegenovergestelde kan ook.

Je hebt ook mensen die naar de dood  verlangen en het als verlossing zien van hun lijden. Om eeuwig in diepe slaap te verkeren. Dit kan dan euthanasie zijn bij vreselijk fysiek lijden om iets te noemen. Sigmund Freud wordt vaak in verband gebracht met de term doodswens. Wanneer je het woord doodswens intypt in je browser krijg je direct een telefoonnummer te zien om te bellen om erover te kunnen praten met iemand. Veel links daaronder gaan over depressie en jarenlang verlangen naar een einde. Er is een onderscheid tussen een passieve en een actieve doodswens, wat kan leiden tot een terugkerende doodswens ook wel suïcidaliteit. Voor het geval je dit herkent even het telefoonnummer dat je kan bellen: 0800-0113.

Bij Freud is de doodsdrift of thanatos een streven naar een spanningsloze toestand. Het is ook een deel van wat het onbewuste aanstuurt, naast de levensdrift, eros, de primaire drang tot zelfbehoud en behoud van de soort. Het verlangen onze behoeften te bevredigen, wat niet altijd lukt. Uiteindelijk, in het extreme, is dit de oorzaak van thanatos. De beide driften zijn onderdeel van wat Freud het Es noemt, dat tegengesteld is aan het geweten, ook wel Über-ich gedoopt door Freud. Naast thanatos en eros is er het libido, dat zijn leerling en latere tegenhanger Carl Gustaf Jung veel ruimer opvat als zijnde allesomvattende levensenergie met een tendens naar zowel destructieve als scheppende driften en een al dan niet bewust of onbewust streven naar individuatie wat neerkomt op zelfontplooiing in de ruimste zin van het woord. Kiezen voor de volheid van het leven.

Read more

Het dal is een laagte tussen twee of meerdere bergen of hoger gelegen delen. Een dal kan een soort van oase zijn of een duistere mistige laagvlakte. Meestal wordt het ervaren als het laatste. Daar ga ik het hier over hebben. Door een dal gaan is vaak een metafoor voor een moeilijke periode doorstaan. Dit kan zijn emotioneel of mentaal, in je gevoelsleven of in je denken. Je voelt je somber, terneergeslagen of zelfs depressief. Of je loopt vast in je dromen en ideeën en komt er niet of moeilijk uit.

Psalm 23:4, verreweg de meest bekende psalm, veel gereciteerd op uitvaarten, vat het als volgt samen: “Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want Gij zijt bij mij; uw stok en uw staf, die vertroosten mij.” Valt opvalt hier zijn de stok en de staf. De staf en de stok zijn symbolen van autoriteit, macht en waardigheid. Denk aan koningen en bijvoorbeeld herders die een kudde hoeden. In ruime zin zijn stokken en staven ook van vegetatieve oorsprong (denk aan takken) en als zodanig symbolen van de immanente kracht van de natuur. Je zou bovenstaande zin dus kunnen interpreteren als: al heb ik het moeilijk op mijn weg – door het dal – ik ben niet bang dat het verkeerd afloopt en heb hoop dat ik uit het dal zal komen door de natuur met zijn eeuwige, steeds weer herstellende cyclus als uitgangspunt. Denk hierbij aan bijvoorbeeld de vier jaargetijden.

In die zin is door een dal gaan iets nieuws leren en jezelf ontwikkelen, zodat je er beter uitkomt dan je de fase inging. Het afdalen kan op zich al stress of angst geven. Naar beneden gaan is mogelijk enger dan omhoog klimmen. Het afdalen op de fiets van een steile helling kan hard gaan en zeker wanneer er dan ook nog onoverzichtelijke bochten zijn, kan dit de nodige stress opleveren. Het klimmen in de pedalen is dan weer een stuk zwaarder, maar minder beangstigend. Een ander metafoor van het afdalen in een dal is die voor de afdaling in je onbewuste. Ook dit is niet zonder gevaar, al helemaal niet voor de daarin ongeoefende persoon. Er bestaat zelfs het gevaar dat je overspoelt raakt door de, tot dan toe, onbekende inhouden van dat onbewuste. Een geloof in een steunende, helpende kracht kan dan van onmisbare betekenis zijn. Dit hoeft niet de God uit het Oude Testament te zijn. Het kan van alles zijn. Van een professional of vriend(in) in je omgeving, een waardering voor natuurkrachten of een goed boek.

Door een dal gaan kan een hachelijke onderneming zijn voor een enkeling, maar ook een uitdaging met als resultaat een wijze les. Een leuke bezigheid wordt het alleen voor het geoefende individu, die min of meer weet wat hij doet. Uiteindelijk word je dan een geoefende wandelaar voor wie de weg interessanter is dan de uiteindelijke bestemming.

Read more

Een roepende in de woestijn, je kunt er inmiddels waarschijnlijk een oase in diezelfde woestijn mee vullen. Het bekendste voorbeeld is natuurlijk dat van Johannes de Doper, een profeet. De bijbel komt in dit verband met de uitspraak: “ Ik ben de stem van een die roept in de woestijn: Maak de weg van de Heere recht, zoals Jesaja, de profeet, gesproken heeft”. Jesaja (40:3) zegt het als volgt: ”Een stem des roepende in de woestijn: Bereidt den weg des Heeren; maakt recht in de wildernis een baan voor onze God!”. Alsof er een weg is in de woestijn, denk ik dan. Of toch? Het lijkt alsof iedere geloofsheld eerst in de wildernis, oftewel de woestijn, heeft doorgebracht. Andere zeer bekende profeten en geestelijke leiders waren in dit beperkte verband bijvoorbeeld Jezus en Mozes.

Een roepende in de woestijn is iemand naar wie niet geluisterd wordt door de mensen of waar die mensen niet naar willen luisteren. De weg in de woestijn is dan de spirituele ontwikkeling die zo’n wegbereider heeft te gaan voordat hij anderen op zijn pad kan laten volgen. Jezus en Mozes zijn daar heel groot in geworden. Maar ook Boeddha en Lao Tze zijn geen onbekenden op deze plek. Mozes heeft een heel volk geleid en opgevoed in de woestijn, de ideeën van Jezus zijn uitgegroeid tot een wereldreligie van flinke omvang met een flinke vinger in de pap in de westerse wereld. Of dit ooit de bedoeling is geweest, van die zoon van een ambachtsman, valt zeer te betwijfelen.

Iedere persoon die verlicht is weet ervan, goede volgelingen zijn moeilijk te vinden. Het is duidelijk dat iemand die verlicht is, wil schijnen in kleine of grotere kring en dat doet door zijn kennis samen te vatten in woorden en misschien een leer. Daar gaat het al fout. Woorden zijn woorden, ze hebben veel kracht maar het blijven gesproken geformuleerde ideeën. Verlicht zijn heeft ook te maken met voelen, voelen dat iets is, dat iets klopt, een aanname van een verlicht idee om het idee zelf, dat volledig uitkristalliseert in jou. Het kan soms als een echt licht worden ervaren in de persoon of er omheen. Maar draag dat maar eens over. De meeste mensen begrijpen het niet of willen het niet begrijpen, wat hetzelfde is al willen horen.

Ideeën omtrent een weg roepen vaak weerstand op. Er zijn allerlei onoverzienbare consequenties en er komen allerlei, al dan niet moeilijke verantwoordelijkheden bij kijken. Ook vallen er vaak heilige huisjes om, of ze worden zelfs totaal omgeblazen. Bovendien, ik schreef het zojuist al: woorden zijn woorden. Woorden kunnen totaal verkeerd begrepen of uitgelegd worden. Dit kan komen door gebrek aan kennis of inzicht, doordat iets totaal buiten je perceptie of beleving ligt. Een andere mogelijkheid is dat dit met slechte bedoelingen gebeurt om macht, geld of andere voordelen, bijvoorbeeld het bevredigen van seksuele verlangens, te vergaren. In wezen is iedere religie, sekte, school of cult een aftreksel van een in wezen diepzinnige beleving van de ultieme waarheid.

Verlichte mensen zien die waarheid maar blijven vaak roepende in de woestijn. Het recht maken van de weg heeft voor hen zelf veel betekenis en veel duidelijk of minder duidelijke consequenties en geeft hen hopelijk een beter leven, maar of dat voor de mensen om hen heen die hun woorden moeten aanhoren ook geldt blijft een grote vraag.

Read more

Van de week bladerde ik door de Dikke Van Dale, het woordenboek van de Nederlandse taal op zoek naar de betekenis van een woord, toen mijn oog viel op het woord ‘hart’, of liever gezegd de drie kolommen uitleg die er bij staan. Op anderhalve pagina worden de zestien betekenissen, verdeeld over drie hoofdgroepen, beschreven. Een mooi moment om zelf eens aandacht te besteden aan het hart in deze blog lijkt mij. Ik ga hier in op 1. Het hart als orgaan, 11. Het hart als zetel van de liefde en 12. Het hart als zetel van verlangen, om de indeling van de Van Dale aan te houden.

“Het hart (Lat. ‘cor’, Gr. ’kardia’), holle spier in de borst van mensen en hogere dieren, die met de bloedvaten in verbinding staat en het uitgangspunt is van de bloedsomloop, die door de pulserende beweging ervan gaande wordt gehouden.”

Dat is één benadering. Wat mij opvalt zijn de woorden ‘hol’, ‘verbinding’ en ‘beweging’. Als zetel van de liefde zal ik het hart niet snel hol noemen, maar het woord verbinding en het woord beweging roept wel allerlei associaties bij mij op. Het hart is vaak gevuld met gevoelens, of emoties wanneer deze sterker zijn, zo lijkt het. Biologisch gezien is het een fysiologische reactie in de hersenen. Het woord verbinding leidt mijns inziens naar het idee van relatie, iets waartoe we de vaardigheden hebben, die we ook kunnen toeschrijven aan het hart. Ik kom daar verderop op terug. Het hart is altijd in beweging, we noemen dat verlangen (betekenis 12).

Kort samengevat blijkt uit deze bescheiden blog dat het hart en de werking die we eraan toeschrijven bijna net zo wonderlijk zijn als de werking van onze hersenen.

Read more