Van de week bladerde ik door de Dikke Van Dale, het woordenboek van de Nederlandse taal op zoek naar de betekenis van een woord, toen mijn oog viel op het woord ‘hart’, of liever gezegd de drie kolommen uitleg die er bij staan. Op anderhalve pagina worden de zestien betekenissen, verdeeld over drie hoofdgroepen, beschreven. Een mooi moment om zelf eens aandacht te besteden aan het hart in deze blog lijkt mij. Ik ga hier in op 1. Het hart als orgaan, 11. Het hart als zetel van de liefde en 12. Het hart als zetel van verlangen, om de indeling van de Van Dale aan te houden.
“Het hart (Lat. ‘cor’, Gr. ’kardia’), holle spier in de borst van mensen en hogere dieren, die met de bloedvaten in verbinding staat en het uitgangspunt is van de bloedsomloop, die door de pulserende beweging ervan gaande wordt gehouden.”
Dat is één benadering. Wat mij opvalt zijn de woorden ‘hol’, ‘verbinding’ en ‘beweging’. Als zetel van de liefde zal ik het hart niet snel hol noemen, maar het woord verbinding en het woord beweging roept wel allerlei associaties bij mij op. Het hart is vaak gevuld met gevoelens, of emoties wanneer deze sterker zijn, zo lijkt het. Biologisch gezien is het een fysiologische reactie in de hersenen. Het woord verbinding leidt mijns inziens naar het idee van relatie, iets waartoe we de vaardigheden hebben, die we ook kunnen toeschrijven aan het hart. Ik kom daar verderop op terug. Het hart is altijd in beweging, we noemen dat verlangen (betekenis 12).
In ‘Godhead’ schrijven Joe Griffin en Ivan Tyrrell dat huns inziens het hart werkt volgens pattern-matching. Volgens hen is liefde, daar heb ik het nu over, het gevolg van onvoorwaardelijke acceptatie van pattern-matching. Wanneer je echt van iemand houdt doe je dat onvoorwaardelijk, met heel je hart, je accepteert de ander zoals hij of zij is. Dat is tenminste hoe het voor mij werkt. Je irriteert je misschien af en toe (in wezen verlangen), maar je kijkt naar alle mogelijke verbindingen die je hebt met die persoon vanuit het gezichtspunt dat je weet wat de grenzen zijn van die liefde. Je ziet wanneer het goed is, de overeenkomsten duidelijker dan de tegenstellingen. Wanneer je de theorie van pattern-matching doortrekt, betekent dit dat de ultieme liefde de pattern-matching, de ‘Ik ben’ – staat, is, het je bewust zijn van het universum. Het open staan voor de rijkdom van het universum, de totale pattern of het universum. “Ik was een verborgen schat, en wilde bekend zijn, zo Ik schiep een schepping, maakte Mij bekend tot hen, en zij herkende Mij”. Zoals de idee God her en der beschreven wordt. ‘Ik ben’ of zelfbewustzijn ontstaat wanneer en er geen pattern-matching plaatsvindt, in ‘Godhead’. Het ontstaat door onzekerheid, bijvoorbeeld wanneer jouw liefde door de ander niet gezien of geaccepteerd wordt. Iets dat je dacht dat zou gebeuren, gebeurt niet, het verlangen wordt niet vervuld. Dit kan een langdurig onprettig gevoel opleveren of een plotselinge emotionele crisis.
Kort samengevat blijkt uit deze bescheiden blog dat het hart en de werking die we eraan toeschrijven bijna net zo wonderlijk zijn als de werking van onze hersenen.
Geef een antwoord