Mindfulness

Gisteren had ik het over woede en of we daar in mee moeten gaan. Als van een afstand naar jezelf kijken, naar wat je denkt en voelt, je gedachten(patronen) en je voortrazende emoties observeren kan een heel goede manier zijn om met je woede om te gaan. Je kunt dit observeren, het afstand nemen oefenen. Op internet staan, naast de nodige volgeschreven boeken, manieren waarop je dit kunt oefenen. Een toegankelijke manier om dit te oefenen, ook om de prikkels van buitenaf, de stress die ons huidige leven steeds vaker geeft , is Mindfulness. Dit concept werd eind jaren zeventig van de vorige eeuw  door Zenmeester Thich Nhat Hanh en wetenschapper, en zijn leerling Jon Kabat-Zinn naar het Westen gebracht. Het is een vorm van meditatie waarbij je met bewuste aandacht leert niet (direct) te reageren op lichamelijke en geestelijke sensaties op dat moment, maar in het moment zelf probeert te blijven, zonder in te gaan op wat je ervaart. Het leert je al redelijk snel een Taoïstische levenshouding van acceptatie van positieve en negatieve ervaringen, kortom aanvaarding van wat er is.

Ik kan je bijna horen denken: dat is niks voor mij, ik wil vol in het leven staan, ik wil kunnen genieten met volle teugen en als ik boos wordt dan is dat omdat ik iets onaanvaardbaar vind. Het één hoeft het ander niet uit te sluiten. Het enige dat er in wezen gebeurt is dat je je bewust wordt van de observing self. De observing self, deze Engelse term wordt meestal onvertaald gebruikt en wil zoveel zeggen als datgene wat bewust is van het bewustzijn. Het afstand kunnen nemen van jezelf en je omgeving. Open staan voor prikkels van van binnenuit en van buitenaf zonder er in mee te gaan, zonder er een oordeel over te vellen, noch verstandelijk, nog gevoelsmatig.

Op internet vind je heel veel Mindfulness trainingen en er zijn ook talloze cd’s in omloop met daarop oefeningen. Ook zijn er talrijke boek over Mindfulness geschreven. Een fijn boek vond ik indertijd Mindfulness, In de maalstroom van je leven door Edel Maex met een nawoord van Jon Kabat Zinn. In het kort komt het er op neer dat je gaat zitten in een voor jou aangename houding en dat je je probeert te concentreren op je ademhaling zonder die te veranderen. Allerlei gedachten zullen voorbij komen en je afleiden, maar telkens ga je weer terug naar je ademhaling. Je kunt beginnen met vijf of tien minuten per dag en het uitbouwen naar drie kwartier.

Misschien denk je dat het onzin is, dat het niet helpt. Een leuk weetje is dan misschien dat ze onderzoek hebben gedaan naar de prefrontale cortex, die betrokken is onder andere bij redenering, problemen oplossen, inschatten en impulsbeheersing, evenals bij de regulatie van emoties in het menselijk brein. Uit dat onderzoek bleek dat deze belangrijke frontale hersenkwab bij mensen die veel mediteren, zoals boeddhistische monniken enorm gegroeid was. Toename van hersenweefsel is mogelijk een indicatie dat een vaardigheid gesitueerd op die plek is toegenomen.

Denk er eens over na.