• FOOD FOR THOUGHT

    FOOD FOR THOUGHT

    De IJsvogel is een geduldige visser. Hij observeert en neemt zijn tijd.

De toekomst is te helder, hij is te intelligent, althans dat is wat Max denkt, slechts een aantal jaar oud. Het beangstigend hem anders te zijn en niet begrepen te worden. Hij mag dan wijs zijn voor zijn leeftijd, dat is wat de volwassenen zin zijn omgeving zeggen, maar hij begrijpt niet waarom hij niet is als de andere kinderen. In de kleuterklassen, Max moet er drie jaar doorbrengen, omdat hij drie weken “te laat” geboren is, staart Max vaak naar de naastgelegen lagere school. Daar wordt het anders, daar gaan ze hem begrijpen. Iets wat hij denkt op de lagere school over de middelbare school en op de middelbare school over de academie voor beeldende kunsten en weer later over de universiteit waar hij Engels wil gaan studeren.

Eigenlijk wil Max psychologie studeren, maar hij is niet goed in wiskunde en het lukt niet dat bij te spijkeren in zijn eentje. De avondschool is een lachertje en hij besluit een collegium doctum te doen. Leren op school is altijd een probleem geweest. Max snapt niks van de leerstof of het is totaal oninteressant in zijn ogen. Thuis is hij altijd bezig in zijn eentje op zijn kamer te vinden, iedere keer met nieuwe interesses. Zelden maakt hij iets af van hetgeen hij zich zo gepassioneerd op heeft gestort. Leeg lijkt zijn toekomst wanneer Max dertien jaar oud is en de verveling is duidelijk. Hij kiest er voor een middelmatige puber te worden en zich aan te passen aan de mores op school. Dat lijkt te lukken, voor enkele jaren.

De verveling stopt wanneer Max twintig is en het nachtleven van de grote stad induikt. Ook daar wordt hij niet begrepen, maar de toekomst is helder, te helder. De mensen in zijn omgeving vertrouwen het niet. En weer denkt Max: ”ik ben te intelligent, de toekomst is te beangstigend”. Eenzaam trekt hij zich weer terug op zijn kamer, dit keer voor goed. Hij leest en schrijft veel tijdens de nachtelijke uren, wanneer het stil is en de eenzaamheid minder groot lijkt omdat er niemand is. Hij gaat te snel, te ver en stort in. Heel veel jaren van hulp, die niet echt helpt, met kleine oplevingen en groter neervallen bepalen de tijd.

Zijn pantser is groot en zijn lichaam verzuurt. Max krijgt ziektes. Het lichte dooft en alles wordt zwaarder. De dood en het kwaad krijgen vaste voet en alles lijkt verloren. Hoe heeft het toch zover  kunnen komen? De banden met het leven zijn doorgesneden, de eenheid van geest en lichaam, van natuur en zijn is verbroken. Ziek zijn blijkt heel ongezond. Toch komt er een moment dat het licht wederkeert. Van die dag af zet hij zich ten volle in wat van zijn leven te maken, al begrijpen nog steeds zeer weinigen ook maar iets van hem. Het doet natuurlijk pijn, maar hij heeft een missie. Hij leeft zijn passies en probeert zijn eigen weg te gaan. En dat doet hij nog steeds en regelmatig is Max gelukkig.

Read more

Pan is een halfgod, een sater. Een sater is een god die half mens, half bok is en is een vrolijk ondeugend boswezen in de Griekse mythologie. Pan is de bekendste, maar vrolijk en ondeugend? Pan lijkt met zijn hoorns, bokkenstaart, hoeven en geitenhaar op zijn poten eerder een duivel. Sinds de middeleeuwen staat hij dan ook model voor het beeld van de duivel. Hij heeft gele ogen, als een nachtdier. De god Bacchus is zijn vriend. Bacchus is de god  van de wijn, de extase in het donkere bos. Saters zijn belust op anarchie, niet op orde.

Pan groeit op bij de bosnimfen, nadat zijn moeder, de nimf Penelope, hem in de steek laat bij zijn geboorte. Zoveel lelijkheid kan zij niet aan. Zijn vader is Hermes, de god van de dieven en boodschapper van de goden van de berg Olympus, de dynastie van vader en oppergod Zeus. Hermes is net als Pan een fallische god en één die de kuddes beschermt. Kortom een afkomst goed voor rampen en catastrofes. Niet voor niets is de term pandemie naar deze onfortuinlijke halfgod vernoemd.

Deze sater groeit op in Arcadië, een utopisch land vol bloemen, bossen, heldere bronnen, gesjilp van vele vogels en waar het altijd zonnig is. Pan zit regelmatig achter de nimfen, die hem proberen op te voeden, aan en van één in het bijzonder is bekend dat zij daar niet van gediend was. Syrinx is vastbesloten maagd te blijven en smeekt de aardgodin Gaia haar te helpen wanneer Pan haar weer eens op de hielen zit. Gaia verandert Syrinx in een bos riet. De wind over het aanliggende meer blaast de mooie tonen erdoorheen en de rest is bekend. Pan snijdt het riet af en de panfluit is geboren.  De oude Grieken noemden de panfluit Syrinx.

Zoals gezegd Pan is een fallische god en ook de naamgever denk ik zo aan de langwerpige klier, die om te zien nog het meeste weg heeft van een erectie. Het is een klier met twee afscheidingsfuncties, de endocriene en de exocriene, ten behoeve van de spijsvertering, zodat vetten, eiwitten en koolhydraten opgenomen kunnen worden in de darmen. Verder betekent het voorvoegsel ‘pan’ meestal ‘al’ of ‘alles’ of alomtegenwoordig. Ik denk aan pantheïsme, pan-Europees, pandemonium, pantheist  en pantomime om een paar bekende te noemen. Achtereenvolgens betekenen deze woorden: geloof in een veelgodendom, zoals in het oude Griekenland, betreffende heel Europa, een chaotische toestand met een hels lawaai en drukte, iemand die ervan uitgaat dat iedereen goddelijk is en een toneel gebarenspel tot in het uiterste.

Voor  het middeleeuwse gebruik Pan zijn uiterlijk aan te wenden voor de beeltenis van de duivel heb ik geen redenen kunnen vinden, maar dat de mythe van pan zijn schaduw vooruit werpt onze tijd in moge duidelijk zijn geworden. Uiteindelijk is deze blog een beetje een panegyriek geworden.

Read more

Vannacht droomde ik dat de ultieme waarheid niet gekend kan worden en zelfs niet bestaat, ik werd met een schok wakker. Het is als bij het afpellen van een ui, dacht ik op dat moment. Wanneer je de sluiers probeert te verwijderen zijn er altijd weer nieuwe. En wanneer je de ui volledig ontmanteld hebt blijf je met niets over. Is de werkelijkheid in de zin van de ultieme waarheid een illusie zo vroeg ik mij af?

Het is niet mogelijk de ultieme waarheid te kennen vanuit dit leven. Eens had ik een intense ervaring terwijl ik aan het bidden was. Met grote snelheid ging het opwaarts, totdat ik helemaal aan de uiteinden van deze wereld was en er een geel licht was terwijl ik mij bewust was van mijn lichaam in een gapende leegte, en een stem hoorde die zei: ”Er is niets”. Dat heeft mij toen doen besluiten mijn energie op een meer aards leven te richten. Echter, het bloed kruipt vaak waar het niet gaan kan en inmiddels hervind ik mijzelf weer lezend op het spirituele pad.

Volgens het Tibetaanse dodenboek is het pas mogelijk de wereld achter deze wereld waar te nemen wanneer je na je dood er in slaagt daar deelgenoot van te worden doordat jezelf in het Bardo bevrijdt van de ketenen des levens. Maar wat wanneer het enige waar je je van bevrijden moet en of kan je eigen driften, gevoelens, ideeën en karaktertrekken zijn, en wel in dit leven? De mens in het algemeen zoekt verlossing, hetzij in een God, een religie of in ieder geval in iets dat hij of zij meestal als hoger dan hem zelf ziet. Wat is dat toch?

Stel dat de zoektocht er een is naar onze schaduw en anima of animus. Dit zijn in eerste instantie verborgen archetypen. Archetypen zijn volgens Carl Jung in de menselijke psyche de universele, mythische personages in het collectieve onbewuste van de mens. Deze archetypen komen gelijkelijk voor bij mensen over de hele wereld. Archetypen zijn de intrinsieke menselijke drijfveren en roepen diepe emoties op. Veel mensen lijken zich hier niet bewust van te zijn of te worden. De weg die er te gaan is tijdens ons leven is die van bewustwording, herkenning en implementatie van deze archetypen in ons bestaan. Maar wat dan met universele en aardse liefde?

Liefde is het streven naar harmonie en misschien wel het belangrijkste dat we moeten leren, naast zelfkennis. Het is waarschijnlijk ook onmogelijk zonder dat laatste een harmonieus mens te worden, zowel naar binnen als naar buiten toe. Hier komt Jung weer kijken. Het idee van Jung was/is dat de mens tijdens zijn leven zijn toch vaak dualistische natuur in evenwicht behoort te brengen. Dualisme is de idee dat er twee tegengestelde kanten zijn, bijvoorbeeld goed en kwaad, liefde en haat, lichaam en ziel of geest. Jung werd hierbij geïnspireerd door de Griekse mythische figuren de Dioscuren, beter bekend als de tweeling Castor en Pollux, waarvan de één sterfelijk en de ander onsterfelijk is, het sterrenbeeld Tweeling. De Oostenrijkse psychoanalyticus en collega van Sigmund Freud, Otto Rank heeft het in dit verband over de ‘Dubbelganger’. De dubbelganger is onze broer, wanneer je een man bent, of zus wanneer je vrouw bent, die we moeten ontdekken en waar we van moeten leren houden. Dat is verdomd lastig maar een God is er misschien niet voor nodig. De ultieme waarheid ligt verscholen in de spreuk ‘Ken Uzelf’ op de tempel van Apollo in Delphi. Misschien wilde de droom mij dat vertellen.

Read more

Gisteren had ik naar aanleiding van mijn blog een emailwisseling met een vriend over de ziel. Zijn betoog was dat de ziel eerder een deel van het licht is en iets ander is dan de psyche bij bijvoorbeeld Jung. Bij volgelingen van deze laatste gaat soms het idee rond dat de psyche en de ziel één en dezelfde zijn. Ik huldig dat standpunt ook, maar ga dat hier kort onderzoeken.

De psyche wordt in de antroposofie onderscheiden in ziel en geest. De geest is de kern van de persoonlijkheid die alles stuurt, de ziel is het potentieel van gevoelens, emoties en begeerten, behoeften die in ons van binnen werken. De ziel is in sommige filosofische en religieuze stromingen het onstoffelijke in de mens, onafhankelijk van het lichaam en onsterfelijk. Etymologisch gaat het woord ziel in verschillende talen terug tot lucht, bijvoorbeeld het Griekse ‘pneuma’, anima of animus in het Latijn of ‘âtman’ in het Sanskriet. In het Hebreeuws is dat het woord ‘nesjamah’.

Heden ten dage wordt de ziel, als het onsterfelijke, on(be)grijpbare en onstoffelijke ook wel eens gezien als het bewustzijn, of omgekeerd. Het is dan datgene wat ons functioneren in hoge mate bepaald en waarvan men ook niet echt weet waar het zich bevindt in ons lichaam. Het bewustzijn is dan in die zin ook hetgeen dat overgaat naar de volgende wereld, het hiernamaals of wat je ook denkt dat er na de dood is. Interessant te vermelden is dat in het boeddhisme het bestaan van een voortdurende ziel ontkent wordt. Alles is in essentie zonder zelf, meditatie is de weg is om los te komen van je kern, in dit geval het minder belangrijke zelf. In het hindoeïsme echter is de ziel, ‘atman’, vooral in de heilige boeken, de ‘Upanishads’ een deel van het absolute waaruit alles ontstaat, ‘Brahman’. Dit komt dicht bij de idee dat het ziel een trilling is die na overlijden van het lichaam teruggaat naar waar heen en dezelfde trilling is. Of de idee dat de ziel een vonk is van het eeuwige grote, Goddelijke, licht of gezien wordt als de essentie. Het wonder van het eeuwig schone.

Psyche, de geliefde van Eros in de Griekse mythologie, is zo mooi dat niemand met haar durft te trouwen.  Daarentegen is veel meer een concept, een technische term zoals bijvoorbeeld Freud die hanteerde naast ‘seele’. Freud onderscheidde het id, de instinctieve onbewuste drijfveren, het super-ego, het geweten, de internalisatie van normen en waarde van de omgeving en het ego dat bewust is en dient als intermediair tussen de twee. De psyche wordt in de psychologie, haar studie meer gezien als het totaal van het de bewust en onbewust. Jung hanteert het begrip Zelf met daarin het centrale archetype, de structuur van de persoonlijkheid, de totaliteit van het bewuste en onbewuste en is autonoom, buiten tijd en ruimte. Jung noemt het een ‘imago dei’.

Zelf ben ik nog steeds geneigd een grote overlap te zien tussen psyche en de meer spirituele ervaring van de ziel. Misschien is er een essentie in de mens, deels goddelijk, deels bepaald door een immateriële kern die ons onze meer persoonlijke gedaante geeft. Dit zou de idee dat God buiten en in ons is, dat wij God zien met hetzelfde oog als waarmee hij ons ziet aannemelijk maken. Ook wanneer je niet in goddelijkheid gelooft is het mogelijk de ziel als onderdeel van een groter geheel te zien, uiteindelijk staat niets geheel op zichzelf.

Read more

Sapíenta is een term bedacht door Augustinus en betekent wijsheid. Wijsheid komt met de jaren en ontstaat door levenservaring en de veronderstelling is dat het ook komt doordat het ouder wordende brein langzamer gaat werken en dat er daardoor meer tijd wordt genomen om tot een beslissing te komen. Dat eerste gaat voor mij ook op, maar dat laatste zeker niet. Dat kan verklaren waarom ik nog nauwelijks sporen van weloverwogen wijsheid ten toon spreid in het dagelijks leven.

Mijn brein werkt nog steeds als een tierelier. Nu heb ik onlangs te horen gekregen uit welingelichte kringen dat ik hoogbegaafd ben en mij, zoals uit eerder blogs mag blijken, in het autisme spectrum bevind. Dit schijnt elkaar te versterken. Ik vind mijzelf niet buitengewoon slim of intelligent, maar schijn dat dus wel te zijn. Het is maar welk referentiekader je aanlegt.

Helaas is dat in mijn jeugd niet goed onderkent en werd ik  toen gezien als een lastig, onhandelbaar kind dat niet kon meekomen op school. Nu heb ik een bijna onverholen afkeer van autoriteit en kan ik het slecht verdragen wanneer mensen zich nu juist daarop laten voorstaan, zoals sommige leraren op de lagere en middelbare school , die bovendien geen blijk gaven van, zeg maar, bovengemiddelde intelligentie. Het fenomeen wordt Oppositioneel-opstandige gedragsstoornis genoemd. Het is dus een probleem. Een stoornis in het gedrag. Maar van wiens gedrag? Wat is er irritanter dan domme mensen die zich een air van autoriteit aanmeten? Of ga ik te snel?

Die snelheid waarmee mijn hersenen werken is wel een dingetje. Meestal zie ik al aankomen wat er gaat gebeuren, niet omdat ik helderziend ben, maar omdat ik goed en snel kan deduceren en de verwachtingen al doorgerekend heb, zeg maar. Deduceren, zoals Sherlock Holmes doet rond de vorige eeuwwisseling in de boeken van schrijver en arts Sir Arthur Conan Doyle, die zelf een autist was. Deductie is een methode van overdenken, vooral gebruikelijk in de filosofie en in de logica, waarbij een gevolgtrekking wordt gemaakt uit het algemene naar het bijzondere. Met andere woorden: deductief redeneren is een onderzoeksmethode, waarbij je op basis van een generalisatie naar specifieke gevallen zoekt. Met behulp van deductief onderzoek toets je theorieën. Maar je kunt dit natuurlijk ook op dagelijkse voorvallen toepassen. Laatst deed ik een IQ test en scoorde in deductief redeneren zeer hoog. Daarentegen scoor ik zeer laag in test die voornamelijk op rekenen zijn gebaseerd. Ik vind rekenen lastig en ook niet echt interessant. Een voorbeeld van deductie is: alle zoogdieren hebben een hoofd, de mens is een zoogdier. Het is een afleiding kort gezegd.

Even terug naar wijsheid. Deduceren is een trucje en heeft dus niets met wijsheid te maken. Om tot wijsheid te komen heb je ook inductie en abductie nodig. Inductie houdt op bij de redenering en voegt niets toe aan een theorie, het is een constatering. Inductie wil zeggen het tegenovergestelde, namelijk door de details te bestuderen komen tot een algemene waarheid, een generalisatie. Dit klinkt al creatiever. Je kunt beide combineren en komen tot een meer empirische benadering van een probleem of vraagstelling. Abductie is het zwakkere broertje van de twee voorgaande. Het leidt tot een mogelijke verklaring. Alle zoogdieren hebben een hoofd, de mens is een dier. Waar, maar niet heel specifiek. De drie samen geven de mogelijkheid iets intelligent te benaderen vanuit meerdere invalshoeken. Dit wordt ook wel je inleven in iets of iemand genoemd, wat naast dat het tot de nodige ervaring leidt, gezien wordt als een vorm van wijsheid.

Read more

Het is winter en koud. Regen valt in overvloed en de zon laat zich spaarzaam zien vanachter het grijs donker wolkendek. Het is tijd om te gaan van hier. Waarheen mijn bewustzijn mij voert, weg uit deze donkerte, deze koude grot. Ik daal met tegenzin langzaam af langs het pad dat ik moet gaan. De wind blaast om mij heen en ik doe een beroep op mijn evenwicht. Mist omhult mij nu, terwijl ik verder afdaal. Het is af en toe moeilijk iets te ontwaren en op de tast af daal ik verder af langs het breder wordende pad.

Beneden in het dal is het groen, de bloemen bloeien in vele schitterende kleuren, fris en jong. De bomen schieten loot en de zon kruipt weer zichtbaar langs het hemelgewelf. Vogels vliegen af en aan met takjes, stukjes draad en wat zij kunnen vinden, om hun nesten mee te bouwen. Binnen korte tijd is er weer nieuw leven. De bronnen klateren in het water. Rivieren stromen kolkend met water uit de bergen door hun beddingen. Hier wil ik wel eeuwig zijn, ontspannen en oplettend sla ik gade wat er om mij heen gebeurt en geniet intens. Ik open mijzelf en ontvang.

De zon staat alweer hoog aan de hemel en brandt haar stralen in de aarde en haar bewoners. Alles wat beweegt, beweegt langzamer, alles wat leeft buigt zich over wat leeft. Alles komt weer tot uitbundige bloei en er klinkt weer gelach over de velden. Loom lig ik in het gras onder een boom. De schaduw is zo af en toe een welkome verpozing. Voor avonturen en inspanningen is het veel te warm. Onder de boom overpeins ik wat geweest is en wat komen gaat. De wisselende stadia van de natuur.

Langzaam aan wordt het frisser, er steekt weer een stevige windvlaag op en grote dikke druppels vallen naar beneden. De bomen verkleuren, naar rood, naar bruin en naar geel, om tenslotte hun tooi te verliezen. Sommige, niet alle, vogels vliegen zuidwaarts tot de seizoenen gewisseld zijn en het weer lente wordt. Dit is de periode dat ik hier binnen kwam, dit is mijn tijdruimte, de fase in de kalender waarin ik op mij zelf wordt teruggeworpen en inkeer tot de diepten van mijn lichaam en ziel. Afscheid is komend, het is tijd terug te gaan, de berg op, naar mijn hol.

Read more

Gisterenochtend kwam ik tijdens het vogelen alweer de eerste narcissen tegen. Onwillekeurig moet ik dan altijd aan het verhaal van Narcissus denken bij het zien van deze bloemen. Weer zo’n bekend figuur uit de Griekse mythologie. Hij is de zoon van een riviergod en bekend om twee redenen. Narcissus is een hartstochtelijk jager en knappe jongeman en heeft vele aanbidsters, maar hij is niet geïnteresseerd in de liefde. Echo is idolaat van Narcissus, maar is eerder gestraft door Hera voor haar niet aflatende kletsen, waardoor Hera haar overspelige echtgenoot Zeus niet goed meer in de gaten kan houden. Echo kan alleen nog de laatste paar woorden van wat iemand tegen haar zegt napraten. Narcissus beledigd haar omdat hij niets van haar wil weten en zij trekt zich terug in een grot.  Weer later versmaad Narcissus voor de zoveelste keer een vrouw, maar ditmaal loopt het fataal af. De vrouw is de godin Aphrodite en zij vraagt de andere goden Narcissus te leren wat het is verliefd te zijn en afgewezen te worden. Wat later ziet Narcissus zijn evenbeeld in een heilige onberoerde vijver en wordt verliefd. Het vergaat hem als allen die een hevige onbeantwoorde liefde meemaken, hij kwijnt weg. In zijn geval tot er niets meer over is van hem dan een bloem.

Mooi verhaal met een zekere tragiek. Hoe vergaat het narcisten? Mensen met een narcistische aanleg vinden zichzelf ook heel bijzonder en laten dit graag merken. Ze willen constant aandacht en bewonderd worden, Ze doen heel charmant, maar zijn niet empathisch en hebben weinig emoties. Ze zijn helaas wel zeer jaloers. Het ego is enorm en de wil tot macht is zeker aanwezig. Het enige dat helpt is ze negeren. Daar kunnen ze niet tegen. Dan verwelken ze. Hoe wordt je narcist? Een narcist heeft een laag zelfbeeld dat hij of zij overcompenseert. Hij of zij gaat zelf geloven dat het nieuwe gedrag klopt, dat hij of zij superieur en heel belangrijk is en bepaalde onvervreemdbare rechten heeft.  Mogelijk is er ook een biologische oorzaak, namelijk een tekort aan serotonine of teveel van het hormoon cortisol. Uiteindelijk kan het ook een slecht gehecht zijn in de jeugd doordat de natuurlijke emotionele behoefte van het kind niet wordt vervuld door de ouders. Het kind voelt zich dan niet gezien.

Het is lastig omgaan met een narcist, wanneer je er een hechte band mee wilt. Echter, ook narcisten komen in types. Zo zitten er introverte, kwetsbare, verborgen en verlegen naturen tussen, maar ook extraverte, openlijk superieure en zich al het sociale verkeer toegeëigende, arrogante types. Met beide lijkt het kwaad kersen eten. Ze eten zelf de beste exemplaren. Wat kan je doen aan je narcistische natuur? Volgens kenners leven we in een narcistisch tijdperk, dus we krijgen er bijna allemaal wat van mee zou je denken. Je kunt in therapie gaan. Er zijn verschillende therapievormen tegenwoordig. Je hoeft niet in een bloem te veranderen.  Psychotherapie kan een keuze zijn. Er wordt meestal gewerkt aan het leren stellen van realistische doelen, het leren verdragen en accepteren van kritiek en het zich leren verplaatsen in de behoeften en gevoelens van anderen. Klinkt goed toch?

Read more

Morpheus woont in een donker grot, hoe kan het ook anders en schenkt geestverruimende dromen. Niet voor niets is er een medicijn naar hem vernoemt met die (bij)werking, namelijk morfine. Geestverruimende dromen, ook wel lucide dromen genoemd, zijn dromen waarin je je bewust wordt in je droom dat je droomt. Een synoniem van lucide is scherpzinnig en dat is precies de staat waar Frederik van Eeden naar verwees, de heldere staat waarin je je dan bevindt. Frederik van Eeden was een Nederlandse psychiater en schrijver rond de voorlaatste eeuwwisseling, die onder andere ‘De kleine Johannes’ heeft geschreven, een prachtig sprookje van 160 pagina’s waarin de elf Windekind Johannes rondleidt als in een droom. Het boek heeft, net als een droom, meerdere lagen. Naast het sprookje,  dat wordt gepresenteerd als een werkelijkheid voor Johannes, is er het verhaal over de levensfasen van de mens en de zoektocht naar geluk. Een boek Morpheus waardig lijkt mij en te vergelijken met een lucide droom.

Er zijn mensen die van zichzelf lucide dromers zijn, maar lucide dromen kun je ook leren. Je hebt er geen uitwendige hallucinogene stoffen voor nodig. Een bekend advies is het volgende:  je let overdag goed op of je wel of niet droomt, anders gezegd: vraag je af of de situatie waarin je verkeert klopt. Bewust leven dus eigenlijk. Verder kijk je vaak naar een klok. Hou een droomdagboek bij en denk voor het in slaap vallen ’s avonds na over waar je over wilt dromen. Toegegeven het vergt enige training, energie en doorzettingsvermogen.  Verder gaat het in de droom ook niet vanzelf. Wanneer je in een lucide droom bent moet je je voor de volle honderd procent ergens op concentreren. Wat is dan het voordeel van helder dromen?

Wanneer Morpheus je avond aan avond bezoekt en je helder droomt zul je een groter bewustzijn ervaren in de realiteit om je heen wanneer je wakker bent. Je wordt scherper, rustiger, opmerkzamer en meer aanwezig. Meer bewust dus. De kleine dingen gaan je veel meer opvallen en daar kun je dan weer van genieten, wat het leven alleen maar mooier maakt. Overigens is het vergrote bewustzijn tijdens de droom te meten door wetenschappers net als bij Mindfulness en meditatie. Er is een hevige activiteit in de prefrontale cortex, waar ook kleine veranderingen gaan plaatsvinden én de prefrontale cortex is ook de plek waar de sensatie geluk schijnt te zetelen.  Dromen zijn bedrog heeft ooit een Nederlander gezongen, ik waag dat te betwijfelen.

Read more

Tijd houdt iedereen bezig, letterlijk en figuurlijk. Er zijn rockbands die er nummers, een heel album aan wijden of het in de naam van hun band verwerkt hebben. Er zijn vele boeken en theorieën over geschreven en de meeste mensen komen naar eigen zeggen tijd te kort. “Time is of the essence” zeggen de Engelstaligen wanneer ze vinden dat iets direct moet gebeuren. Gisteren ben ik met iemand die ik ken een genootschap begonnen om over tijd te kunnen praten, TIJDgenoot.

Het advies luidt vaak, leef in het heden, vergeet het verleden en heb geen zorgen voor de dag van morgen. Alleen, er is eigenlijk geen heden. Het heden is een beleving van iets dat er niet is. Het universum waarin wij ons bevinden vindt zichzelf ieder moment opnieuw uit. Er is een nauwsluitende opeenvolging van universums met ieder hun eigen verleden en toekomst op de horizontale as van de grafiek en wij bevinden ons op de verticale as en ervaren het punt waarop we ons bevinden als zouden wij in de tijd zijn. Er is een oscillatie, een golfbeweging van plus naar min en weer terug van beneden naar boven en wij bevinden ons halverwege zo is de idee van weer anderen. Het punt is dat er geen vast tijd is of vast punt van waarneming en dat niks vast ligt.

Denk weer aan de film ‘Groundhog Day’ en de hoofdpersoon die iedere dag opnieuw beleeft als dezelfde dag tot hij het doorkrijgt en heel langzaam kleine aanpassingen aanbrengt in die dag om zijn leven leuker te maken. Misschien goed hier eens over na te denken voordat  je weer eens gehaast door de stad fietst of over de snelweg scheurt omdat je geen tijd te verliezen hebt, omdat je te laat bent. Voor je het weet is je tijd op en heb je tijd verdaan met dingen die er niet toe doen.

Read more

Thanatos, de zoon van Nyx en Erebos, tweelingbroer van Hypnos (slaap), is een figuur uit de Griekse, vooral Spartaanse mythen. Zijnde de personificatie van de dood is hij nooit erg populair geweest daar hij ook in de Oudheid slecht aangeschreven staat en gehaat wordt door de goden van het Griekse Pantheon, de berg Olympus. Hij moet in de god van de onderwereld, Hades, zijn meerdere en voor hem onovertrefbare concurrent erkennen. Zijn moeder Nyx, de oer-godin van de nacht daarentegen had zelfs het diepe respect van de oppergod van de Griekse mythologie, Zeus. Ook zij wordt echter niet echt vereerd in de vele tempels van het oude Griekenland. De vader van Thanatos was volgens sommigen, Erebos, net als Nyx geboren uit Chaos. In ieder geval kreeg Nyx in haar eentje een flink nageslacht, waaronder: de schuld, het naderend onheil, de dromen, de wraak (Nemesis), de misleiding, de vriendschap en de ouderdom. En dus Thanatos. Dat is niet niets.

Chaos is het Niets, dat waar de eerste goden uit voorkomen. Chaos is een bodemloze leegte waarin alles onuitputtelijk valt, in alle richtingen. Thanatos, de dood is dus zijn kleinkind. Wat kunnen we verder nog over de  dood, in het bijzonder Thanatos vertellen? Het woord euthanasie stamt er vanaf, net als bijvoorbeeld Thanatofobie, een angst voor de dood, vooral om te sterven en een angst voor onderwerpen die daaraan gerelateerd zijn. De dood wordt door zeer velen gezien als het totale einde, een niet te ervaren niets. Een fobie wil zoveel zeggen als de angst niet reëel is en het dagelijks leven van degene die er onder gebukt gaat zeer sterk beïnvloedt. Zo erg dat er paniek ontstaat wanneer iemand op een kerkhof is in verband met een begrafenis bijvoorbeeld. Het tegenovergestelde kan ook.

Je hebt ook mensen die naar de dood  verlangen en het als verlossing zien van hun lijden. Om eeuwig in diepe slaap te verkeren. Dit kan dan euthanasie zijn bij vreselijk fysiek lijden om iets te noemen. Sigmund Freud wordt vaak in verband gebracht met de term doodswens. Wanneer je het woord doodswens intypt in je browser krijg je direct een telefoonnummer te zien om te bellen om erover te kunnen praten met iemand. Veel links daaronder gaan over depressie en jarenlang verlangen naar een einde. Er is een onderscheid tussen een passieve en een actieve doodswens, wat kan leiden tot een terugkerende doodswens ook wel suïcidaliteit. Voor het geval je dit herkent even het telefoonnummer dat je kan bellen: 0800-0113.

Bij Freud is de doodsdrift of thanatos een streven naar een spanningsloze toestand. Het is ook een deel van wat het onbewuste aanstuurt, naast de levensdrift, eros, de primaire drang tot zelfbehoud en behoud van de soort. Het verlangen onze behoeften te bevredigen, wat niet altijd lukt. Uiteindelijk, in het extreme, is dit de oorzaak van thanatos. De beide driften zijn onderdeel van wat Freud het Es noemt, dat tegengesteld is aan het geweten, ook wel Über-ich gedoopt door Freud. Naast thanatos en eros is er het libido, dat zijn leerling en latere tegenhanger Carl Gustaf Jung veel ruimer opvat als zijnde allesomvattende levensenergie met een tendens naar zowel destructieve als scheppende driften en een al dan niet bewust of onbewust streven naar individuatie wat neerkomt op zelfontplooiing in de ruimste zin van het woord. Kiezen voor de volheid van het leven.

Read more